In editie 148 van Hard Gras oa aandacht voor de Marokkanen die in diaspora doorbreken, hun moeders en Pelé. Verder nog een briefwisseling tussen Oumaima Yahiaoui en Martijn Simons, Tessa Sparreboom, Lotfi El Hamidi, Arthur van den Boogaard en Daan Heerma van Voss
Al bijna 150 edities verschenen er van Hard gras, het onvolprezen voetbaltijdschrijft voor lezers. De schrijvers van Hard gras lopen op en om voetbalvelden in het heden en het verleden en schrijven verhalen, analyses, essays, geschiedenis en poëzie.
Onder redactie van Henk Spaan, Hugo Borst en Matthijs van Nieuwkerk krijgt de lezer het beste van het beste over de belangrijkste bijzaak in het leven: voetbal.
Toen ze dertien was won Oumaima Yahiaoui een prijs voor het beste gedicht over 75 jaar vrijheid, georganiseerd door De Balie en het Amsterdams 4 en 5 mei Comité. Ironisch genoeg komt ze uit Rotterdam en zit ze in de vijfde klas van het Gymnasium Erasmianum. De schrijver Martijn Simons is haar leraar Nederlands. Hem leek het een goed idee te corresponderen met Oumaima over het WK voetbal, met name over de prestaties van Marokko. Het is onmogelijk om niet te worden meegesleept door het speelse en dwarse brein van Oumaima. Over de column in NRC Handelsblad van 24 december waarin de moeders van Marokkaanse voetballers minachtend worden afgedaan als aanrechtsloven, zegt dit meisje van zestien: ‘Mijn voornemen voor het nieuwe jaar is witte feministen lekker zelf te laten uitvogelen dat er concepten zijn van female empowerment die verder gaan dan hun eurocentrische, zelfingenomen en compleet onwetende visie op de realiteit.’ Lotfi El Hamidi, plaatsvervangend chef van de opinieredactie van de NRC, voegt eraan toe dat tijdens het WK de Marokkaanse vrouwen voor het eerst zichtbaar werden. Hij zegt nog uit een tijd te komen waarin Marokkaanse vrouwen, en zeker moeders, geacht werden om onzichtbaar te zijn. ‘Niemand weet wie de moeder van de huidige koning is, laat staan hoe ze eruitziet.’ Het zo prominent in beeld brengen van hun moeders door de voetballers van Marokko, werd in die zin een, misschien onbewuste, uiting van de vorm van feminisme waarover Oumaima het heeft.