De drie soldaten van de gelijknamige korteverhalenbundel Drie soldaten (1899) zijn Learoyd, Mulvaney en Kipling, die we kennen van Plain Tales from the Hills (1888). Deze Britse soldaten zijn gestationeerd in Afghanistan. Vanuit hun perspectief krijgen we een kant te zien van de nadagen van het Britse Koninkrijk die zelden wordt vertoond. De soldaten spreken hun meerdere tegen, houden elkaar voor de gek, maar tegelijkertijd worden we deelgenoot van de verschrikkelijke oorlog in het Midden-Oosten. Dat wil zeggen, het gebied rond India, dat destijds door Engeland als het Midden-Oosten gezien. Door de ogen van de soldaten zien we hoe India geleidelijk aan uit de handen van het Britse Koninkrijk glipt.
Joseph Rudyard Kipling (1865–1936) werd geboren in Bombay. Hoewel hij de rest van zijn leven veelal buiten India heeft doorgebracht, heeft zijn vroege jeugd hem zeer gevormd, en India heeft altijd een prominente plek in zijn werk ingenomen. Om die reden is er ook kritiek op Kiplings werk: hij verheerlijkt regelmatig het kolonialisme en komt af en toe zelfs ronduit racistisch uit de hoek. Desondanks wordt hij om zijn verteltalent nog altijd gewaardeerd. Met name de verhalen over het door wolven opgevoede jongetje Mowgli zijn wereldberoemd.
