Drie Nederlandse oorlogsschepen worden op 27 februari 1942 in de Javazee tot zinken gebracht, met honderden slachtoffers tot gevolg. Stoker Jelle overleeft de aanval, verblijft de rest van de oorlog in een jappenkamp op het eiland Bawean, om vlak voor de politionele acties terug naar Nederland te gaan, niet wetende dat de grote liefde die hij achterlaat zwanger van hem is.
De wrakken liggen vervolgens decennia lang onaangeroerd op de bodem van de zee, totdat er in Nederland aangedrongen wordt op een monument ter plekke of minstens het bergen van de verdronken en gesneuvelde bemanningsleden. Dan blijkt dat de schepen grotendeels verdwenen zijn en het gerucht gaat dat ze voor hun waardevolle metalen verkocht zijn aan Chinese handelaren. Jelle wil de waarheid weten en besteedt er zijn leven aan, om pas helemaal op het laatst herenigd te worden met de enige vrouw van wie hij ooit gehouden heeft en hun gezamenlijke zoon.