David Grossman is een van de meest gelezen Israëlische schrijvers. Niet alleen vanwege zijn magistrale romans, zoals Komt een paard de kroeg binnen en Een vrouw op de vlucht voor een bericht, of zijn cross-overromans als De stem van Tamar of Het zigzagkind, maar ook vanwege zijn politieke essays. Die worden vaak door de grote internationale kranten, van The Guardian tot de Frankfurter Allgemeine Zeitung en van La Repubblica tot De Standaard in opdracht gegeven en zijn – in het geval van Grossman – vaak de meest gelezen stukken van die krant.
Anders dan in vroegere politieke studies over Israël en Palestina onderzoekt David Grossman in Leven en schrijven in tijden van oorlog een aantal meer fundamentele vragen: Wat zijn – als gevolg van de inmiddels vijf generaties voortdurende spanningen en oorlogen – de zichtbare en onzichtbare veranderingen in verstand, hart en ziel van de vijandige buren? Hoe ver hebben de twee volkeren, door ‘de situatie’ het wantrouwen, dubbele agenda’s en haat, zich van hun eigen idealen en ieder positief mensbeeld verwijderd? En vooral: waarom begrijpen, voelen en zien Israëli noch Palestijnen niet dat zij inmiddels gevangenen zitten in hun eigen waanbeelden, wantrouwen en haat, met de meest destructieve gevolgen voor hun eigen maatschappij? Dat zij beiden gebukt gaan onder dezelfde angsten, fobieën en nachtmerries?
Leven en schrijven in tijden van oorlog belicht (in de hogedrukpan van het conflict in het Midden-Oosten) een universeel thema: hoe snel wij in tijden van crisis of oorlog blind worden voor veranderingen in onszelf en anderen. En hoe moeilijk het is, bij gebrek aan fatsoen en openheid, iets in leven te houden, wat essentieel is voor de condition humaine : hoop en moed.