In de worsteling om de wereld waarin hij als wetenschapper en arts leefde te verzoenen met de religie waarmee hij was opgevoed, verliest Ali Rizvi uiteindelijk zijn geloof. Hij neemt zich voor om de stem te zijn van hen die gewoonlijk al tot zwijgen worden gebracht voordat ze de publieke media bereiken: de atheïstische moslims.
Rizvi beschrijft hoe hij gevangen zit tussen twee grote verhalen: dat van de extreme islam en dat van de anti-moslim onverdraagzaamheid in de wereld van na 11 september 2001. Met geen van beide kan hij zich identificeren. Zijn emotioneel en intellectueel aangrijpende, persoonlijke verhaal vertelt over de uitdagingen van de moderne islam en benoemt de factoren die kunnen helpen om tot een ingrijpende, progressieve hervorming te komen.